'De Hunnen werden zij genoemd... Steppenvolk van over de oostgrens. Hongaren, Polen en Tsjechen. BIj duizenden - als vluchten kraaien - neergestreken en verzameld aan de Nederlandse oostgrens. Roemenen, Oekraïners en Witrussen. Mannen en vrouwen die naar knoflook, uien en zweet stonken. Op het station van Enschede werden ze geronseld voor de textielindustrie. In de fabrieksstad, en de fabrieken langs de Duitse grens, uitgebuit en onderdrukt, door de lokale bevolking met achterdocht bekeken. Zo'n tienduizend Oost-Europeanen vochten daar om hun bestaan. Grensstation Enschede: het eindpunt van de trein uit het oosten - het eindpunt voor vele Hunnen.'
In de Hunnensaga leert de lezer een andere Jan Cremer kennen. Dit omvangrijke, driedelige romanepos staat in het teken van het oorlogsgeweld. Het is Cremerss totale afrekening met de Tweede Wereldoorlog - een strijd die niet ophield in 1945. De Hunnen is het vlijmscherpe maar ook onroerende portret van een oorlogsgeneratie.
In de Hunnensaga leert de lezer een andere Jan Cremer kennen. Dit omvangrijke, driedelige romanepos staat in het teken van het oorlogsgeweld. Het is Cremerss totale afrekening met de Tweede Wereldoorlog - een strijd die niet ophield in 1945. De Hunnen is het vlijmscherpe maar ook onroerende portret van een oorlogsgeneratie.